Wanneer sprake is van een arbeidsongeval op de werkvloer, noemt de Beleidsegel boeteoplegging arbeidsomstandigheden een aantal factoren die bepalend zijn voor de hoogte van de boete.
Uitgangspunt voor de berekening zijn de boetenormbedragen uit de Tarieflijst, al dan niet gecorrigeerd naar bedrijfsgrootte (zie ook ons stappenplan voor berekenen van de Arboboete).
Heeft uw werknemer als gevolg van het ongeval ‘blijvend letsel’ opgelopen? Dan vindt een verhoging van het boete(norm)bedrag plaats. De verhoging wordt afgestemd op de ernst van het letsel. De Beleidsregel maakt onderscheid tussen drie gradaties van blijvend letsel: ‘licht’, ‘matig’ of ‘ernstig’ (blijvend) letsel. Afhankelijk van de letsel-categorie, wordt bij de berekening het boete(norm)bedrag vermenigvuldigd met factor drie, drieënhalf of vier. In het geval van een arbeidsongeval met dodelijke afloop of uitzonderlijk ernstig blijvend letsel, wordt het boete(norm)bedrag zelfs vermenigvuldigd met vijf.
Verder is van belang of het arbeidsongeval heeft geleid tot een ziekenhuisopname van de werknemer. Afhankelijk van de duur van de ziekenhuisopname wordt voor de berekening van het boetebedrag een vermenigvuldigingsfactor drie, drieënhalf of vier gehanteerd. Hoeft een werknemer alleen poliklinisch te worden behandeld? Dan is géén sprake van een ziekenhuisopname waardoor de boete dus lager moet uitvallen.
Bovengenoemde boeteverhogende factoren, laat de mogelijkheid onverlet om als werkgever een beroep te doen op matiging van de boete.
Wanneer een Arboboete wordt opgelegd, moet de werkgever deze direct betalen. De boete wordt vastgesteld op basis van de informatie die de toezichthouder heeft opgenomen in het boeterapport. Voordat een boete wordt opgelegd, zendt Inspectie SZW eerst een afschrift van het boeterapport aan de werkgever. Voor hem is het van belang om zich ervan te vergewissen dat het boeterapport of de inhoud van het rapport juist en volledig is.
Bij feitelijke onjuistheden in het boeterapport, kan – in een zienswijze – hierop worden gewezen. Verder kan op enig moment blijken dat de gevolgen van het ongeval minder ernstig zijn dan aanvankelijk gedacht. Ook dan is het zaak om SZW hiervan zo snel mogelijk hiervan op de hoogte te brengen. Op deze manier kan worden voorkomen dat de boete te hoog wordt vastgesteld.
Ook inspanningen van de werkgever ter voorkoming van verdere overtredingen die zijn verricht ná de overtreding, kunnen van betekenis zijn voor de beoordeling of de opgelegde boete, gelet op de individuele omstandigheden, evenredig is. Dit heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de hoogste Nederlandse bestuursrechter) geoordeeld in een uitspraak van 29 november 2017. Gerichte risicobeheersing naar aanleiding van een ongeval kan dus leiden tot matiging van de boete voor de werkgever.
Heeft u vragen over dit onderwerp of heeft u een Arboboete ontvangen? Neem dan vrijblijvend contact op met een van onze specialisten op het gebied van arbeidsomstandigheden.